Recensie Pit van Nes – De hand van je tederte
Verschenen begin 2020 bij JouwBoek.nl - Uitgeverij U2pi, Den Haag, in de reeks Open / Details: paperback 21x13,5 cm, 78 pagina's / Omslag en foto auteur: Anneke Hendrikx
Dit is de debuutbundel van Pit van Nes (1955). Deze tegenwoordig in Eindhoven woonachtige dichter is al geruime tijdactief in de wereld van de Nederlandstalige poëzie met publicaties en voordrachten, zowel als organisator (bv. theater Branoul in Den Haag) en als deelnemer (o.a. poëzie cursussen bij Ingmar Heytze en Mustafa Stitou). De bundel verscheen rond het begin van het Covid-19 virus in Europa en van een presentatie in boekhandel of openbare gelegenheid kwam het daarom (nog) niet. En dat is jammer, en wel hierom.
Zowel qua vorm als inhoud is er veel afwisseling, en haar ontwikkeling als dichter zou je zo zelfs kunnen reconstrueren. Een proces dat duidelijk werd beïnvloed door haar optredens: de gedichten worden directer, de vorm wordt vrijer en spreekt de moderne lezer aan. Gesteund door vrienden en collega's koos van Nes voor haar debuut deels uit bestaand repertoire naast recent werk. Dat toont de lezer een stalenboek van haar dichterschap, en dat is prima. Wel had het kunnen leiden tot wat minder eenheid. Echter, de indeling in zes segmenten met elkeen titel brengt wel degelijk doelgerichtheid binnen zo'n deel en bevordert de leesbaarheid.
En leesbaar is dit debuut zeker: onderhoudend, afwisselend, verrassend en soms brutaal en niet zonder humor, gelukkig. Veelal geschreven vanuit het dichterlijk perspectief, soms diepgaand en bedaagd, soms anekdotisch en vlot, en zonder een dagboek te worden, of journalistiek.
<<< we spreken recht in het Colosseum / en laten bebloede barbaren in leven / omdat ik mijn hand opsteek / – ik ben de keizer even – / het is zo eenvoudig // gezegend te zijn.>>> [De eeuwige stad]
Van Nes neemt geen blad voor de mond en brengt weloverwogen, gerijpte poëzie zonder hermetisch of elitair te worden. Zij gaat gelaagdheid niet uit de weg zonder gekunsteld te worden en dat maakt haar poëzie geschikt voor herlezing. Nergens vervalt zij tot het 'kijk mij eens poëzie schrijven' dat menige bundel ontsiert: de taal is van nature ritmisch, vaak zeer poëtisch en ook klankbewust. Van lyriek tot proza-poëzie, van vormvaste tot vrije poëzie: Van Nes beheerst het allemaal.
<<< 'Scheppen is iets onvoorspelbaars', beklemtoont Gerrit.>>> [Dichterspraat I]
Het is aardse dichtkunst en soms intiem, alsof de lezer gedachten leest, een gesprek afluistert, met als decor observaties van landschap (bijvoorbeeld Italië), natuur en het stadsleven.
Een aangename kennismaking, en als u Pit van Nes al eens hebt horen voordragen – wat ik van harte kan aanbevelen – zult u haar tegenkomen en herkennen in deze geslaagde bundel. En bovendien maakt dit debuut nieuwsgierig naar wat zij nog meer in petto heeft...
Hans F. Marijnissen, dichter / voorzitter PoëzieClub Eindhoven.
Verschenen begin 2020 bij JouwBoek.nl - Uitgeverij U2pi, Den Haag, in de reeks Open / Details: paperback 21x13,5 cm, 78 pagina's / Omslag en foto auteur: Anneke Hendrikx
Dit is de debuutbundel van Pit van Nes (1955). Deze tegenwoordig in Eindhoven woonachtige dichter is al geruime tijdactief in de wereld van de Nederlandstalige poëzie met publicaties en voordrachten, zowel als organisator (bv. theater Branoul in Den Haag) en als deelnemer (o.a. poëzie cursussen bij Ingmar Heytze en Mustafa Stitou). De bundel verscheen rond het begin van het Covid-19 virus in Europa en van een presentatie in boekhandel of openbare gelegenheid kwam het daarom (nog) niet. En dat is jammer, en wel hierom.
Zowel qua vorm als inhoud is er veel afwisseling, en haar ontwikkeling als dichter zou je zo zelfs kunnen reconstrueren. Een proces dat duidelijk werd beïnvloed door haar optredens: de gedichten worden directer, de vorm wordt vrijer en spreekt de moderne lezer aan. Gesteund door vrienden en collega's koos van Nes voor haar debuut deels uit bestaand repertoire naast recent werk. Dat toont de lezer een stalenboek van haar dichterschap, en dat is prima. Wel had het kunnen leiden tot wat minder eenheid. Echter, de indeling in zes segmenten met elkeen titel brengt wel degelijk doelgerichtheid binnen zo'n deel en bevordert de leesbaarheid.
En leesbaar is dit debuut zeker: onderhoudend, afwisselend, verrassend en soms brutaal en niet zonder humor, gelukkig. Veelal geschreven vanuit het dichterlijk perspectief, soms diepgaand en bedaagd, soms anekdotisch en vlot, en zonder een dagboek te worden, of journalistiek.
<<< we spreken recht in het Colosseum / en laten bebloede barbaren in leven / omdat ik mijn hand opsteek / – ik ben de keizer even – / het is zo eenvoudig // gezegend te zijn.>>> [De eeuwige stad]
Van Nes neemt geen blad voor de mond en brengt weloverwogen, gerijpte poëzie zonder hermetisch of elitair te worden. Zij gaat gelaagdheid niet uit de weg zonder gekunsteld te worden en dat maakt haar poëzie geschikt voor herlezing. Nergens vervalt zij tot het 'kijk mij eens poëzie schrijven' dat menige bundel ontsiert: de taal is van nature ritmisch, vaak zeer poëtisch en ook klankbewust. Van lyriek tot proza-poëzie, van vormvaste tot vrije poëzie: Van Nes beheerst het allemaal.
<<< 'Scheppen is iets onvoorspelbaars', beklemtoont Gerrit.>>> [Dichterspraat I]
Het is aardse dichtkunst en soms intiem, alsof de lezer gedachten leest, een gesprek afluistert, met als decor observaties van landschap (bijvoorbeeld Italië), natuur en het stadsleven.
Een aangename kennismaking, en als u Pit van Nes al eens hebt horen voordragen – wat ik van harte kan aanbevelen – zult u haar tegenkomen en herkennen in deze geslaagde bundel. En bovendien maakt dit debuut nieuwsgierig naar wat zij nog meer in petto heeft...
Hans F. Marijnissen, dichter / voorzitter PoëzieClub Eindhoven.